Halverwege de Albert Cuypmarkt staat de stroopwafelkraam. Zodra je richting Jan de Handvakman loopt, komt de geur van warme stroop je al tegemoet. En er gaat niets boven zo’n warme, knapperige ‘syrup waffle’, waar de stroop uitdruipt. Een klein minpuntje: hij kent het fenomeen ‘kruimels’ niet. Als klein kind mochten mijn zus en ik altijd een zakje kruimels uitkiezen bij onze toenmalige stroopwafelmijnheer. Om te voorkomen dat we vervolgens elkaar de hersenen in zouden slaan, werd dit zakje thuis pas opengemaakt en secuur verdeeld over twee bakjes. Waarbij het natuurlijk zorgvuldig uitkienen was dat je het bakje met de grootste kruimels wist te bemachtigen. Wat overigens in mijn beleving vaak lukte – in liefde en stroopwafeloorlog is immers alles geoorloofd.

Maar ja, die kruimels, die heeft ‘ie dus niet. Bovendien is ook mijn smaak inmiddels wat verfijnder geworden. En dus hebben de stroopkoeken hun intrede gedaan. En in dit geval dan niet de ordinaire taaie plakkoeken van de Appie. Nee, wij komen alleen nog ons bed uit voor de stroopkoeken van de firma Holtkamp. Blij als een kind was ik dan ook toen ik afgelopen weekend mocht aanschuiven bij een workshop waar deze koeken centraal stonden. Samen met een handjevol vrienden rolden er halverwege de avond dan ook zo’n 35 à 40 ambachtelijke stroopkoekjes van de werktafel. En nu willen we natuurlijk niet opscheppen, maar om eerlijk te zijn: ze waren zaaaaalig!

Deeg rollen...

Afbakken...

En klaar is Cees!

Voor alle liefhebbers van deze koekjes het recept uit het weergaloze (en overigens onlangs bij de Gourmand World Cookbook uitgeroepen tot grote winnaar!) kookboek ‘De Banketbakker‘:

Ingrediënten:
240 gram roomboter
240 gram witte basterdsuiker
5 gram zout
1 ei, losgeklopt
450 gram Zeeuwse bloem, gezeefd
10 gram bakpoeder, gezeefd

Voor de stroop:
200 gram keukenstroop (uit het gele potje)
125 gram bruine basterdsuiker
100 gram roomboter
1 theelepel kaneel

Meng de boter met de basterdsuiker, het zout en het losgeklopte ei. Kneed daar de Zeeuwse bloem en het bakpoeder doorheen. Laat het deeg een uurtje, afgedet, in de koelkast rusten.
Verhit de stroop en roer de suiker, boter en kaneel erdoor. Laat afkoelen tot lauwwarm. Verwarm de oven voor op 170 graden celsius.
Rol het deeg uit tot een dikte van 2 mm. Steek met een ronde uitsteekvorm van 8 cm doorsnede koeken uit het deeg (of – zoals in ons geval – een van 4 cm diameter, voor extra veel koekjes). Leg de koeken op een bakplaat en bak ze ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven, tot ze goudgeel van kleur zijn.
Haal de koeken uit de oven. Smeer op de helft van de koeken stroop, en leg de andere koeken er bovenop.

En dan de beste tip van het hele recept: stroopkoeken zijn warm het lekkerst, dus wacht vooral niet met eten tot ze zijn afgekoeld!!

(bron: De Banketbakker, C. Holtkamp)