Ze zeggen wel eens dat je maar één grote liefde in je leven kunt hebben. Ik heb er twee. Amsterdam en Indonesië. Ik ben dol op Amsterdamse snackjes als ossenworst. Met een dikke klodder mosterd. Of zure bommen, bitterballen, en een haring met zuur en uitjes. Maar van Indisch eten kan ik stiekem nog meer genieten. Altijd al gedaan. Brings back memories. Alleen de geur van Indisch eten brengt me direct al terug in het verre Oosten of in mijn geval aan de familietafel. Het is ook gewoon een fantastische keuken. De kruiden, de smaken, de producten, de geuren, er is geen keuken ter wereld voor mij die zo eigen is als de Indische. En dat geldt ook voor Amsterdamse horeca.
Natuurlijk, feitelijk gezien is elke horecazaak in Amsterdam Amsterdamse horeca, maar ik heb het over horeca van Amsterdammers. Ik zei het al eerder: het is leuk dat ondernemers van ver komen om hier hun passie voor lekker eten en drinken met ons te delen, maar het is voor mij nog mooier als geboren en getogen Amsterdammers hier blijven om iets moois neer te zetten. En je herkent ze dus gelijk, die Amsterdamse horeca. Het is lastig uit te leggen. Het is de knipoog, de zelfspot, het beetje extra, een Amsterdamse vibe. En voor mij is die vibe net zo herkenbaar en het gevoel van thuiskomen als de Indische keuken. Combineer die twee en je hebt me dus te pakken.
Enter Satéclub Wunderbar. Een paar jaar geleden begonnen als Societé Wunderbar, maar inmiddels een andere weg ingeslagen. En ja, daar kunnen we alleen maar super blij mee zijn. Want onder de leiding van Martyn is dit niet zomaar meer een ‘wel leuke bar in het centrum waar je ook wel een lekker hapje kunt eten’. Het is hier nu eigenlijk een beetje next level. Next level goed Indisch eten, cocktails en gezelligheid. De keuken is dus Indisch, en er wordt letterlijk gekookt met (schoon)moeders recepten. En dat proef je. Van de sateetjes (de kambing!), de gado gado (knapperige groenten!), de rendang (net dat beetje extra pit), de sambal (precies de juiste spiciness), de nasi kuning (blust de boel zo lekker) tot de spekkoek parfait (serieus zo goddelijk lekker, je zou het bord willen aflikken), alles was té lekker. Fingerlicking good lekker.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de cocktails. Want die verdienen eigenlijk een aparte blog. Creatief, met een Indisch tintje en van de meeste sla je stijl achterover. Niet omdat ze zo sterk zijn (wel een beetje…) maar omdat ze net dat beetje pit hebben. Denk bijvoorbeeld aan een Indonesian Pornstar Martini, met wodka, passievrucht en een beetje spekkoek likeur (ja, dat is echt serieus heel erg lekker). Onze favoriet was de Java Mule, met sereh wodka, limoen, mint en gingerbeer. Maar wil je voor het echte zware werk, ga dan voor de Garuda. Twee soorten rum (pampero en zacapa), arak (Indische likeur, beetje anijsachtig), grapefruit, suiker en passievrucht. En met een flinke dot kaneel. Als je hier niet stijl van achterover slaat dan weten wij het ook niet meer.
Dus ja, we hebben er een nieuwe favoriet bij. Zowel voor Indisch eten als gewoon een chille hangout voor een drankje. En daar zijn we blij mee. Want als Indo foodfan had je in de stad de afgelopen jaren eigenlijk best een beetje ‘een probleem’. Aan de ene kant heb je topzaken als Blauw en Tempo Doeloe, aan de andere kant de toko op de hoek. Er zat niets tussenin. Gelukkig is er nu Satéclub Wunderbar. Indische gastvrijheid, Amsterdamse gezelligheid. Een zaak naar mijn hart.
Satéclub Wunderbar
Enge Kapelsteeg 3
