Uitgelicht standaard

Johannes is niet meer. Voor velen de grote meester met zijn onuitputtelijke kennis, voor sommigen de held die er met zijn wekelijkse proefwerk in het Parool voor zorgde dat de telefoon van het restaurant de maanden erna roodgloeiend stond vanwege een mooie recensie. En voor weer anderen een gehate man die een restaurant in zijn recensie met de grond gelijk kon maken, wat vaker dan eens leidde tot teruglopende cijfers of soms zelfs faillissement. Er waren immers duizenden lezers die blind op zijn mening afgingen.

 

foto_12124_johannes-van-dam-in-het-ziekenhuis-opgenomen

Ook ik las op zaterdagochtend altijd gretig zijn stukje als eerste, mijn vrouw riep standaard vanuit de douche: ‘welk restaurant?’ zodra ik binnenkwam met de krant.

We hebben genoten Johannes, waarvoor dank.

Over de doden niets dan goeds maar toch hoop ik dat Johannes het mij niet kwalijk neemt dat ik ‘m niet altijd even sympathiek vond. Volgens mij was dat ook absoluut geen streven van hem, aardig gevonden worden. Zo zag ik hem enkele maanden geleden voor het laatst in het Torpedo theater waar Jonah Freud (zij heeft jaren terug zijn Kookboekhandel overgenomen) een mooie avond had georganiseerd waarbij hij werd geïnterviewd en ook gasten uit het publiek vragen konden stellen. Hij kon het niet laten om na praktisch iedere vraag uit het publiek te beginnen met: ‘Ja natuurlijk’ of ‘Nee natuurlijk niet’ gevolgd door zijn kijk op de zaak. Je achterlatend met het gevoel dat je iets zeer voor
de hand liggend of zelfs een beetje doms had gevraagd. Maar goed, zo was hij en zo was hij op z’n best.

Een laatste anekdote wil ik jullie niet onthouden, ook hiervan hoop ik dat hij het me vergeeft. Vele jaren terug, ik was nog geen twintig en had pas net m’n rijbewijs, vroeg mijn vader (ze waren zeer goede bekenden van elkaar) of ik Johannes met het bestelbusje van de bakkerij naar Ruigoord wilde brengen. Hij had zelf geen auto of rijbewijs en had een heel taartenbuffet gemaakt dat die kant op moest vanwege een feest in het kerkje van Ruigoord.
We kenden elkaar nauwelijks en ik deed m’n best tijdens de rit de conversatie wat op gang te krijgen, geen gemakkelijke klus. Hij riep zo nu en dan terwijl we de stad uitreden ‘hier heb ik ook nog gewoond’ en daar bleef het wel bij. Het was een bijzonder lange rit…
Tot overmaat van ramp kwamen we rond het Surinameplein zonder benzine te staan, een klein rampje. Gelukkig stond er een volle jerrycan achterin dus konden we in ieder geval door. Johannes was inmiddels flink ontstemd en liet dat ook weten, ook omdat z’n taarten nu naar benzine zouden gaan stinken. Ik was op mijn beurt niet blij, ik had evenmin zin in dit ritje en kreeg ook nog eens stank voor dank.

Terwijl ik de jerrycan leeggooide bleef Johannes zitten. Hij staarde wat voor zich uit en had het bijzonder slecht naar z’n zin. De jerrycan was leeg, de dop kon er weer op en we konden verder. Op dat moment zag ik dat een stuk van zijn regenjas uit de auto hing, tussen de deur gekomen bij het instappen.

De sfeer lag al rond het vriespunt, we waren allebei geïrriteerd en ik was niet van plan ineens een charme offensief in te zetten. Dus ik liet het zo, ik zei niks. Het had flink geregend dus het natte stuk jas klapperde op de snelweg hard tegen de zijkant van het busje, waarbij Johannes zich geërgerd afvroeg wat toch dat kabaal was. Ik had geen idee natuurlijk.  Voelde me een beetje schuldig maar er was geen weg meer terug.

Bij aankomst bleek de jas afgeschreven, gelukkig maakte hij zich daar niet al te druk om, vervelender vond hij het dat z’n buffet naar benzine stonk…

Ik heb het verhaal achteraf nooit aan ‘m durven vertellen, ik wachtte een goed moment af.

Johannes, je was voor de redactie van Catch52 een enorme inspiratiebron en voorbeeld.  Een icoon in Amsterdam en de rest van het land op het gebied van eten en drinken.
Je zal gemist worden.