Wat moet je je voorstellen bij een Barbeque-restaurant? In het geval van Julius: hammahammahamma…. vlees. Veel vlees. Vlees in overvloed. En natuurlijk saus. Want zoals de fervente Masterchef-kijker weet: bij een beetje eten, en dus ook vlees, hoort saus. Geen klein strookje, kwastje of drupje. Nee, als we de Masterchef zelf moeten geloven kun je nooit genoeg saus erbij serveren. Typisch iets voor een echte man. Of ondergetekende. De voorliefde voor een groot stuk rood vlees kreeg ik immers via de genen van mijn vader mee.

Nou, dus wat doe je dan als vleesliefhebber? Dan ga je inderdaad maar eens naar Julius. Om daar het vlees in overvloed uit te proberen. En hoewel ik eerlijk moet zeggen dat ik licht sceptisch was voorafgaand aan het betreden van het restaurant – als oud-bewoner van de Ceintuurbaan heb ik menig horecazaak op deze plek haar deuren weer zien sluiten (ondanks de pitchers Margarita die ik daar in goed gezelschap ooit nog wegzette ten tijde van de altijd lege Mexicaan) -, dat gevoel werd gelukkig vrij snel teniet gedaan.

Ten eerste vanwege de wijnkaart, met hierop een Saint Joseph (Rhone) van het wijnhuis van Yves Cuilleron (yummmmm…..).

Ten tweede vanwege het fingerlicking goede voorgerecht: buikspek op Vietnamese wijze (yummmmm….).

Ten derde vanwege het hoofdgerecht: de Ribeye (yummmmm….).

Ten vierde vanwege de desserts (yummmmm….), al is die laatste kaart inmiddels gewisseld.

Dus ja, ok, je moet een lichte voorkeur hebben voor vlees (want trust me, het buikspek is gewoon het lekkerste voorgerecht van de kaart). Al zijn er ook voldoende alternatieven. Maar ik moet het toegeven: die Julius kan me een partijtje BBQ-en. Of om maar eens met de woorden van Bert Heerink en zijn zomerhit van way-back af te sluiten:

Juli, Juli, Juli, Julius,

Alles mag en niet hoeft

Juli, Juli, Juli, Julius,

Dan is het het goed

Julius Bar & Grill

Ceintuurbaan 256