Uitgelicht standaard

Vandaag een klein uitstapje. Inclusief uitdaging voor de Amsterdamse horeca daarbij, omdat we daar zo dol op zijn. De afgelopen week heb ik namelijk niet alleen mogen genieten van zakelijke deadlines, maar heb ik ook mogen proeven – letterlijk – van het Italiaanse leven. En ik kan je zeggen: la vita è bella, daar aan de kust.

Pesaro 1Slechts enkele kilometers onder Rimini bevindt zich het kleine plaatsje Pesaro (let wel: klemtoon op de tweede lettergreep). Een waarschijnlijk oud vissersdorpje dat nu enkel en alleen drijft op de komst van zonaanbidders. Bij voorkeur uit Italie zelf, zon-gekreukeld en wel, en met een minimale leeftijd van 75. Inclusief een, soms twee klein-bambini aan de hand om mee te kunnen paraderen van, naar en door de branding. Onder luid gekwetter uiteraard, want daar de Italianen nou eenmaal goed in.

Pesaro 2Maar laten we niet verder afdwalen, slechts een les wilde ik meenemen richting 020. En dat gaat over eten, want daar zijn Italianen machtig goed in. Zo krijg je bij ieder aperitief dat je bestelt in dit Benidorm aan de oostkust namelijk – gewoon, gratis – een plateau met de lekkerste hapjes. Dus wat nou borrelkaart, in Pesaro krijg je het eten er gewoon bij (economie is inderdaad niet hun sterkste vak…) En dat blijft niet beperkt een mandje met droog brood, maar dat is een plank met minimaal – en telt u even mee Amsterdamse horeca? – wat pizzabrood, ham, kaas, bruschetta, soms een chipje, een amuse bestaande uit bijvoorbeeld risotto, en altijd – dit is dan de klap op de vuurpijl – la piadina. Oftewel de Italiaanse wrap (te oneerbiedig, sorry), maar dan dubbelgeklapt, in stukjes gesneden en belegd met lekkernijen als stravecchio (= kaas), rucola en ham.

PiadinaEn natuurlijk was ik al blij dat Il Tramezzino in de Haarlemmerstraat al jaren geleden zo slim is geweest om een heerlijke Italiaanse lekkernij naar ons koude kikkerlandje te halen. Namelijk de tramezzini, oftewel het gigantisch rijkelijk belegde broodje (zonder korstjes, wat een jeugdsentiment!). Maar nu wil ik meer. Veel meer. En bij voorkeur bij ieder glas wijn dat ik bestel. En zonder dat ik daarvoor in den buidel hoef te tasten. Ik wil piadina’s eten net zo lang tot ik eigenlijk niet eens meer hoef te eten. Of gewoon kan wachten tot het een uur of negen is. Net zoals de Italianen doen. Wat nou raar? Slim zijn ze!

Voor de echte enthousiastelingen vindt je hier een handige instructie (goed voor je Italiaans), en er zijn er zo nog tientallen te vinden. Ik wacht in de tussentijd met smart op de opening van de eerste Piadineria. In Amsterdam.

Ciao!